8.4 Six Sigma

Six Sigma is een reeks technieken en instrumenten voor procesverbetering. Het is in de jaren tachtig ontwikkeld door Motorola en is sindsdien door veel andere organisaties overgenomen. Het doel van Six Sigma is de kwaliteit van een proces te verbeteren door de oorzaken van defecten en variabiliteit in het proces op te sporen en te verminderen. In 1987 ontwikkelde Motorola een kwaliteitsverbeterprogramma die kwantitatief georiënteerd was en waarde de klantwens het uitgangspunt was.

Six Sigma kan worden toegepast in zowel een productie als dienstenomgeving. Als six sigma goed wordt toegepast kan kwaliteitsverbetering en kostenbesparingen worden behaald. Om dit te behalen moet continu worden gefocust op:

  • De klantbehoeften scherp in de gaten te houden
  • Strikt gebruik te maken van feiten, gegevens en statistische analyses
  • Uitgebreide aandacht voor het managen, verbeteren en innoveren van bedrijfsprocessen.

De term “Six Sigma” verwijst naar het statistische concept van een proces dat niet meer dan 3,4 defecten per miljoen kansen kan produceren. Six Sigma gebruikt een gegevensgestuurde aanpak om defecten in een proces op te sporen en te elimineren, met als doel bijna perfecte prestaties te bereiken. Om de perfecte prestaties te bereiken worden Six Sigma-verbeterprojecten opgezet. Zo’n project bestaat uit de volgende vijf fasen:

  1.  Definedefinieer het probleem. In de define fase worden projectdoelen geformuleerd, wordt bepaald waar precies naar gekeken gaat worden en worden de grenzen van het project bepaald.
  2. Measuremeet de benodigde gegevens. In de meetfase wordt voornamelijk informatie verzameld. Informatie over de huidige status van de kwaliteit van het proces. Het proces wordt systematisch in kaart gebracht. Dit kan bijvoorbeeld door middel van stroomschema’s of flowdiagrammen.
  3. Analyse – analyseer het probleem. In deze fase gaat het om het verkrijgen van diepgaande kennis en inzichten van en over het proces. Om een hoge kwaliteit te realiseren en kosten te besparen is diepgaande kennis en inzichten nodig. Kennis wordt hierbij verkregen door statistische technieken los te laten op de verzamelde informatie. Hierbij kan worden gedacht aan een variantieanalyse, kruistabellen en/of regressie- en correlatie analyse.
  4. Improve – implementeer de verbetering. In de implementatiefase is het doel te komen tot een zo goed mogelijke werkwijze. Door stimulatie en experimenten probeert men te komen tot een optimale vormgeving van activiteiten binnen het proces . Dit op basis van verworven kennis en inzichten over het proces.
  5. Control – controleer, beheers en borg het verbeterde proces. Alleen het vaststellen van de best mogelijke werkwijze is niet genoeg. De resultaten moeten ook gecontroleerd worden. De controle is gericht op het evalueren en bewaken van de resultaten uit de verbeterfase. Zonder controle zou het niet verwonderlijk zijn dat oude handelswijze weer worden opgepakt en dat veel van wat geleerd is niet wordt toegepast.